Blanco Vel

-FICTIE- tekstfragmenten

Blanco vel

“Nog 822 uur opname capaciteit op mijn voice recorder. Ik zet hem in de standaard op mijn bureau en druk op de rode knop om opname te starten. Hij slaat aan bij spraak en slaat af bij stilte. Ongeacht hoe lang de tussentijdse pauzes zijn. Fijn, ik hoef mij niet te haasten.

Op mijn elfde wist ik al dat ik zakenman zou worden. Vriendjes zagen zichzelf als piloot of brandweerman, ik niet. Mijn carrière ben ik vroeg begonnen. Van auto’s wassen en poetsen, een moestuin bijhouden, lege flessen wegbrengen tot boodschappen doen voor bejaarden, ik heb het allemaal gedaan. Alles wat ik verdiende, stopte ik in mijn spaarvarken en als het vet genoeg was, dat spaarvarken, ging ik naar de bank. Het gerinkel van alle munten in de telmachine, nieuwsgierig naar de uitkomst, druk staan wiebelen van mijn tenen naar mijn hiel, tot de juf van de bank mij het saldo liet zien. Tegen viel het nooit, ik ben een geboren optimist. Als het een leuke juf was, van de bank, maakte ik een geintje in de trant van: ‘Nog even geduld en het is genoeg voor onze uitzet. Dan kunnen wij die samen gaan uitzoeken!’ Ik had al vroeg oog voor vrouwelijk schoon.

Op mijn veertiende verkocht ik motorolie en smeerde bromfietsjes door in de werkplaats van mijn vader. De meisjes waren altijd goedkoper uit. Of het nu een blondine was, pikzwarte krullenbol, roodharige of brunette, ze kregen allemaal korting op hun onderhoudsbeurt. Ik zat nooit verlegen om een vriendinnetje. Met drommen tegelijk boden zij zich aan. In gedachten fantaseerde ik dat zij zich maar in rijen van twee-aan-twee voor de werkplaats op moesten stellen. Dan kon ik beide kanten langs wandelen en een selectie maken. Zo van: ‘net-welletje’, ‘net-nietje’ en ‘van-mijn-leven-niet’. Die laatste kwam niet in aanmerking voor korting. Sterker nog, in zo’n geval compenseerde ik de aan anderen weggegeven discount door haar extra te belasten en adviseerde prijsnavraag te doen bij de meisjes uit haar klas. ‘Van-mijn-leven-nietjes’ kwamen nooit meer terug. Ook was er nog een zeer select groepje ‘vergeet-mij-nietjes’. Zij waren speciaal, onuitwisbaar in mijn geheugen.

Het enige waarop geen garantie gegeven kan worden, is succes. En wanneer je succes hebt, vind je sympathie uitsluitend in het woordenboek. Mijn herinneringen zijn uiteindelijk mijn zelfportret. Ik had geen grijze haren, rimpels en veel mensenkennis op hoeven doen om te weten wat ik nu weet: de keerzijde van rijkdom is eenzaamheid. Voor mij was het leven een verrukkelijk feest der zinnen. Een rondedans door de schatkamer van mijn dromen. Nu ik een oud, bereisd, geletterd en gefortuneerd man ben, vechtend tegen vergeetachtigheid, denk ik aan de bitterzoete streken van een jakhals: hoe zou het met Bertje zijn?

© Isabel Sanders

“Bovenlicht”, uitgeverij Pamac, 29 maart 2014, ISBN: 978-94-90385-96-5

Reacties zijn uitgeschakeld.