Stan is geboren in een lichaam met jeugdreuma. Stan is nu 14 jaar oud.
Hoe komen wij, als KNPV, op dit onderwerp:
Op zondag 17 september 2017 werd er een promotiefilm gemaakt. De regisseur had gevraagd om twee mooie grote herdershonden. Stichting Opkikker, die voor gezinnen met een ziek kind onvergetelijk leuke dagen organiseert, was opdrachtgever voor deze film waar iedereen belangeloos aan meegewerkt heeft.
Het thema dat centraal staat is dat kinderen die ernstig ziek zijn, of ziek geweest zijn, net zo goed een groep mensen kunnen toespreken als bijvoorbeeld een topmanager van een multinational. De kinderen worden opgeleid tot sprekers.
De twee herdershonden stralen kracht uit. Daarom staan ze een scene in de film aan weerszijden van Stan. Het zijn mooie opnames geworden. Prins, mijn eigen hond, een MH x HH, mocht aanblaffen en deed dat vol overgave. Duke, een oud-Duitse herder, en Prins waren geen vrienden, maar met de dappere Stan in het midden ging het goed.
Stan is nu acht jaar ambassadeur van Stichting Opkikker. Hij doet dat met veel plezier.
Stans moeder, Geertje, die zelf kraamverzorgster was, vertelt: “Stan was vier-en-een-halve maand oud toen hij in het ziekenhuis werd opgenomen. Hij moest twee weken blijven. De eerste diagnose was koemelk-allergie. Daarna kreeg Stan longontstekingen. Als hij gelegen of gezeten had, kon hij maar langzaam weer op gang komen. Uiteindelijk kwam na een botscan de diagnose jeugdreuma, hij was toen 3 jaar. Vanaf dat hij vier jaar oud was, moest hij revalideren. Hydro- en fysiotherapie. Stan kreeg drie jaar lang injecties met ontstekingsremmers. Hij was de dagen na de injectie altijd beroerd. Infuuszakken, injectienaalden, ziekenhuisbedden, rolstoel… het hoort bij ons leven. We hebben weken in het Ronald Mc Donald Huis gewoond. Ook Stans anderhalf jaar oudere broer Thijs ging zoveel mogelijk mee. Toen Stan stopte met prednison viel hij 9 kilo af.
Het revalidatiecentrum had ons aangemeld voor een ‘Opkikkerdag’. Dat is nu al acht jaar geleden, maar Stan en wij allemaal hebben het er nog steeds over. Het was een dag waarop wij al onze zorgen konden vergeten. Er waren brandweerauto’s, race-auto’s, limousines, er was politie, we mochten zelfs in een helikopter boven Zeewolde vliegen. Daarom vindt Stan het ook zo leuk om ambassadeur te zijn voor Stichting Opkikker. Hij wil dat meer zieke kinderen eens in hun leven zo’n mooie dag mee mogen maken. Een dag die energie geeft en pijn doet vergeten.”
Op mijn vraag aan Geertje wat voor alternatieven Stan heeft, omdat hij bijvoorbeeld niet aan de gymnastieklessen op school mee kan doen, of andere sporten, antwoordt zij: “Stan vindt kruisboog-schieten leuk. Maar op dit moment kan hij dat niet doen, omdat hij pijn heeft. Verder heeft hij veel plezier van Lara, de Golden Retriever. Lara is een kinderhulphond. Zij houdt de deur voor Stan open en doet de deur ook weer dicht, maakt hem wakker als hij onrustig slaapt en trekt de spalk van zijn been af als dat nodig is. Lara slaapt naast zijn bed. Wij hebben ons huis zo ingericht dat Stan beneden kan slapen. Hij heeft een hoog/laag bed, een douche-stoel en een aangepaste stoel.
Wat ook moeilijk was voor ons allemaal, maar voor mij het meest: Stan heeft lang in een buggy gezeten. Veel langer dan normaal en als mensen dan vroeger ‘Waarom zit hij nog in een buggy?’ vond ik dat lastig. Stan zat ook langer op een driewieler dan normaal. Allemaal omdat lopen niet ging en staan ook moeilijk was. Vanaf zijn zesde was een rolstoel het beste hulpmiddel.
Door alle verblijven in ziekenhuizen was hij weinig onder leeftijdsgenoten. Stan is opgegroeid in een volwassenenwereld en heeft daardoor veel gemist.”
Heeft Stan het wel eens over wat hij later wil worden?
Gerlinde antwoordt: “Hij is dol op achtbanen en wil graag bij ‘Mac Rights-achtbanen’ in Duitsland werken. Dat is zijn droom. En ik mocht niet vergeten aan je te vertellen dat Stan het heel erg leuk vindt dat er een stukje over die dag in ‘De Politiehond’ komt.”
DE MIDDAG VAN DE FILMOPNAME
Op het moment dat Jane (eigenaresse van de oud-Duitse herder Duke) en ik zaten te wachten in de grote fabriekshal in Zaandam, ging er achter in de loods een deur open. Een jongen in een rolstoel kwam onze kant op en aaide Prins. Duke zat aan de andere kant van de grote tafel. Toen Jane vroeg of Stijn straks, tijdens de opname, Duke even vast kon houden, antwoordde Stan: ‘dat wil ik wel doen, maar ik ben niet zo heel sterk, hoor.’ Zoals hij dat zei en zoals hij daarbij keek, met zijn vriendelijke open blik, was indrukwekkend. Stan heeft een sterke uitstraling maar tegelijkertijd toch ook iets fragiels.
De regisseur van de promotiefilm had bedacht dat het een mooi beeld is om de wilskrachtige Stan te laten poseren bij twee sterke herdershonden. Toen gevraagd werd of Prins op commando kon aanblaffen, deed hij dat. Hij blafte zo luid, en liet daarbij zijn tanden zien, dat Duke er geen zin meer in had en naar zijn bazin terug liep. Zoveel bruut gedrag was de chique, amper 2 jaar oude Duke niet gewend.
Prins en Duke die ook grote kindervrienden zijn, lieten zich uitgebreid aanhalen door Stan. Deze promotiefilm was voor beide honden hun filmdebuut.
HONDENMODELLEN
Elles Keeman, van Animaux Dierencasting: “Hondenmodellen of filmsterren moeten in de meeste gevallen beantwoorden aan ideeën van reclame- en/of programmamakers: dat wil zeggen dat er een bepaalde sfeer aan een beeld gegeven moet worden. Daarin zou of een ‘familiehond’ passen, een ‘chique hond’, een ‘maffe hond’, een ‘oude-dames-hond’, of een ‘waakhond’.
Als het dan om ‘de waakhond’ gaat werken we bij voorkeur met IPO getrainde honden. Vaak komt er ook een eigen pakwerker mee, die desnoods de kleding (meestal alleen de broek en schoenen) van mensmodel of acteur draagt.
De fotograaf en/of regisseur wil meestal ‘tandjes’ zien, dat is het ultieme beeld in de gewenste situatie. Dat komt dan meestal voor in misdaadseries of
films. Maar kan ook voorkomen in een bizarre fotoshoot, zelfs een beeld voor bijvoorbeeld mode kan een bepaalde (stoere?) sfeer krijgen door een ‘gevaarlijke’ hond naast het model. Ook in videoclips van rappers komen vaak ‘gevaarlijke’ honden voor.
Wat een onbegrepen feit is: een dier speelt geen toneel. In de filmwereld en ook in de fotografie is het gebruikelijk dat scenes tot in den treure herhaald worden, de eerste tien keer deed de acteur iets fout, de volgende keer was er iets met de belichting, toen hoestte er iemand, toen bleek dat het geheugenkaartje storing had, toen liep per ongeluk iemand op de achtergrond, enfin: soms moet een scene gewoon 20x herhaald. Dat is voor de acteurs al geen pretje, laat staan voor het dier, dat snapt er echt helemaal niets van en ziet er bovenal het nut niet van in. Zo is het een keer voorgekomen dat een ‘welwillende’ acteur het presteerde de hond uit te blijven dagen en te sarren, die werd dan ook de tigste keer echt in zijn been gepakt. Gelukkig begreep iedereen dat het beslist niet aan de hond lag (en
op dat moment zelfs niet aan de handler). Uiteindelijk is die bewuste scene inclusief ongelukje in de film terecht gekomen, levensecht dus!
Gelukkig is er ook met trucs en nabewerking heel veel te bereiken. Zo hebben we meegewerkt aan een film waarin bloedige hondengevechten voorkwamen, zonder dat er ook maar één hond heeft gevochten of zelfs maar aanstalten gemaakt. Er kan zoveel gesuggereerd worden met effecten! Maar tandjes moeten
meestal wel echt in beeld. Een trucje dat we daarvoor eens (bij een bepaalde hond) hebben ontdekt: plantenspuit in de aanslag. We hoefden niet eens te
spuiten, de hond anticipeerde en trok precies de gewenste griezelkop.”
Meer informatie over Stichting Opkikker is te vinden op www.opkikker.nl
‘De Politiehond’ nummer 1/2018, pagina 26